Huub Pennock
'In 1988 studeerde ik af als leraar lichamelijke opvoeding. Ik
wilde niet voor de klas staan. Via Eelco van den Berg kon ik mijn
laatste stage bij Kees van de Werf, Fysical Fitness manager bij
De Nederlandsche Bank volgen. Dat voelde als thuiskomen. Mijn scriptie
ging over het ontwikkelen van bedrijfsfitness.
Na mijn studie mocht ik eind 1988 bij de NMB bank (een van de voorlopers
van ING) bedrijfsfitness van de grond af aan opzetten.Meer dan 800
belangstellenden en 200 plekken was een grote uitdaging in het begin.
Na een half jaar kwam Mariette Boekhof me ondersteunen. En later
voegde Paul Ram, Chris Brands, Juke van de Scheer en Cindy de Bruin
zich aan het hechte team. We zien elkaar nog steeds zo af en toe.
Bedrijfsarts Wim Schermerhorn vroeg op een gegeven moment of ik
voorrang aan iemand kon geven die aan het revalideren was na hartklachten.
En zo ontstond de formule medische indicatie voor bedrijfsfitness,
voorrang voor medewerkers met fysieke en psychische klachten. Na
een paar jaar was 40% van de deelnemers doorverwezen door de bedrijfsarts
of bedrijfsmaatschappelijk werk.
Bedrijfsfitness werd mede hierdoor onderdeel van de Sociaal Medische
Dienst van ING en was naast de bedrijfsartsen, bedrijfsergonomen
en bedrijfsaatschappelijk werkers een van de teams die zich met
gezondheid en arbeid bezig hield
De aanpak met doorverwijzingen door de bedrijfsartsen en bedrijfsmaatschappelijk
werk hielpen ons in 1991 ook door een reorganisatie, waarbij kostenbesparing
centraal stond. Doordat we konden aantonen dat medewerkers door
bedrijfsfitness sneller reintegreerden overleefden we deze reorganisatie.
We leverden meer geld op dan dat we kosten. En de uitslag van het
onderzoek was zo positief dat we mochten uitbreiden naar alle grote
panden van ING.
Ondertussen waren we al uitgebreid met kortdurende fysiotherapiebehandelingen
en ontspanningstrainingen. Zo werd ik leidinggevende van bedrijfsfitness
bij ING en coordineerde ik de uitbreiding naar meerdere locaties.
In 1991 was ik ook nieuwsgierig geworden hoe het kwam dat medewerkers
uberhaupt klachten kregen. Ik ging opleidingen ergonomie volgen.
En vanaf 1995 maakte in gefaseerd de overstap naar de afdeling bedrijfsergonomie.
Preventie en gezond werken werden mijn aandachtspunt. Hierbij was
het uitgangspunt dat de taak van de medewerker, zijn gebruikte hulpmiddelen
en de werkplek en de medewerker zelf zodanig in balans zijn dat
gezondheid en productiviteit daar hun voordeel van hebben. Beoordelen,
ontwerpen van werkplekken en begeleiden van inkooptrajecten van
meubilair werden dagelijkse kost. Ik leerde vooral van Paul Settels
veel over werkplekergonomie, licht, lucht, geluidshinder, kantoortuinen
en concentratieplekken. En ik gaf trainingen aan facilitair medewerkers
in ergonomie. Helaas maakte een conflict een einde aan dit prachtige
avontuur.
Gelukkig kwam ik via Olaf Roeten bij Berenschot terecht als managent
consultant. Samen met ergonoom Peter Starink hielden we ons bezig
met Human Performance Managent. Daarbinnen hield ik me onder andere
bezig met werkdruk en schreef ik mijn eerste artikel hierover met
als titel 'werkdruk is desorganisatie'. Ik registreerde me als ergonoom
en werd ook actief in de Nederlandse vereniging voor ergonomie.
|
|
In 2000 kondigde onze dochter zich aan en wilde ik minder werken
en tijd hebben voor ons gezin. Ik solliciteerde voor de vacature
bij FNV als adviseur kwaliteit van de arbeid voor 32 u per week.
Ik wilde de werkwereld ook vanuit werknemersperspectief leren kennen
en 32 u was beduidend minder dan de uren die ik bij Berenschot maakte.
Ik heb bij FNV prachtige arboconvenanten begeleid, de quickscan
werkdruk, ontwikkeld door Jan Warning een vervolgslag gegeven en
sectorvarianten van gemaakt. Daar waar samenwerking met werkgevers
rondom arbo aan de orde was, mocht ik in uitdagende projecten ondersteunen
vanuit vakbondsperspectief. Via de arbotelefoon hield ik feeling
met de werkvloer.
Een mooie tijd, maar het kriebelde ook om vanuit mijn eigen visie
aan de slag te gaan. Toen ons tweede kind naar het basisonderwijs
ging kwam meer tijd vrij en maakte ik de stap naar zelfstandigheid.
Ergo-balans zag het levenslicht. En samen met Josje Salentijn richtte
ik netwerkorganisatie De Goede Praktijk op.
Ergo-balans om in bedrijven aan de slag te gaan en De Goede Praktijk
om arbocatalogi voor sectoren te ontwikkelen en implementeren.
Binnen De Goede Praktijk was ik samen met Aukje van den Bent de
specialist voor werkdruk en later ook werkplezier. En in de loop
van de jaren werd dat onderwerp zo groot dat steeds meer adviseurs
binnen De Goede Praktijk zich hiermee bezig gingen houden. Zo besloten
we hier een apart bedrijf voor op te richten en zo ontstond 5 sterren
werkplezier. Met 7 eigenaren en 12 door ons zelf opgeleide trainers
gingen we de markt op. Met een prachtig aanbod, waarbij we met een
bottum up aanpak op basis van de positieve psychologie teams en
bedrijven ondersteunde. Helaas lukt het ons niet met 7 kapiteins
op het schip hier goed sturing aan te geven en begin 2020 gingen
Pepijn Nicolas en Maaike Sauerborn alleen verder met 5 sterren werkplezier.
In 2015 volgde ik cranio sacraal therapie bij Elles de Vries. In
twee sessies waarbij haar handen naar mijn idee stil lagen bij mijn
achterhoofd raakte ik van mijn steeds terugkerende hoofdpijn af.
Twee jaar lang had ik daarna geen hoofdpijn meer. Uit nieuwsgierigheid
volgde ik de startmodule van de opleiding tot cranio sacraal therapeut.
Daarna met iets meer nieuwsgierig de vervolgmodule en spoedig volgde
de keuze om de propodeuse af te maken. Daarna wist ik het, ik wilde
Cranio Sacraal Therapeut worden. Begin 2019 studeerde ik af met
een eindwerk over stress en ontspanning. Onder de vlag van 'zee
van ruimte' geef ik sindsdien cranio sessies.
|